zaterdag 10 januari 2009

BASTAARD

Ik ben geboren en getogen Brusselaar. Een trotse ket. De liefde is groot. De haat soms ook. Tolerantie voor verscheidenheid is een Brusselse deugd. Een zegen, soms een last. De ecclectiek van de stad maakt een mens weerbaar. Brussel is de kleinste wereldstad van Europa met een immigratie die méér dan 40% van de bevolking telt. De bakermat van nationale en internationale instellingen. De Hoofdstad behuist de Navo en de EU, twee bastions van instellingen. Brussel, wereldse cultuurstad met pareltjes van cultuurtempels als de Ancienne Belgique, de Koninklijke Vlaamse Schouwburg en De Munt.
Hoofdstad van Ghetto’s. De Noord-Afrikanen in Schaarbeek en Sint-Joost, de Afrikanen in Elsene, de Spanjaarden en Portugezen rond het Zuid Station. Brussel, het lappendeken.
Brussel striphoofdstad van de wereld. Pierre Culliford, alias Peyo, de vader van de smurfen, is een Brusselaar. Net als Toots Thielemans en Plastic Bertrand.
Brussel, sporthoofdstad van de Natie. Vince The Prince Kompany, de held van Manchester City, groeide op in de vermaledijde Noordwijk. Het atletisch geslacht Borlée, uit het burgerlijke Sint Lambrechts Woluwe, is een begrip in binnen- en buitenland. Bloedmooie Olivia is een van de Belgische medaillewinnaressen op de Olympische Spelen van Peking in 2008. Royal Sporting Club Anderlecht, recordkampioen, huist in het Brussels Gewest dat net twintig jaar bestaat. Er is ook veel om droef over te zijn. De criminaliteit, de armoede, de overlast veroorzaakt door de broodnodige maar talrijke pendelaars, de vervuiling en het somtijds ridicuul institutioneel kluwen.
Toch laat Brussel mij nooit los. Geert Van Istendael schreef ooit “Arm Brussel”. Het benadert bijna het Brusselgevoel. Dit jaar heb ik “Bastaard” van politicus Sven Gatz gelezen. Een openbaring. Het eerste Brusselboek die mij tot in de ziel geraakt heeft. Erkenning, duiding, emotie, de haat en de liefde zijn harmonieus samengebald in dit prachtig werkstuk.
Een must voor elke ware ket en de anderen.

Geen opmerkingen: