donderdag 28 augustus 2008

Mémé Tchité is een Belg (Het Belang Van Limburg 26/08/08)

De kantine van Provincialer FC Black Star, de voetbaltrots van Neder-Over-Hembeek, ontploft. Het veteranentoernooi wordt even stilgelegd voor zoveel onvergetelijke sportgeschiedenis. Nieuwe en oude Belgen, Vlamingen, Walen en rasechte Brusselaars vallen mekaar in de armen. Goud voor Hellebaut. Neder-Over-Hembeek, een ietwat vergeten uithoek van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Duizenden pendelaars scheuren dagelijks door de kleine gemeente zonder het ooit te beseffen. “Heembeek” ligt verscholen tussen het kanaal Charleroi-Willebroek en het Koninklijk domein van Laeken. Het is de thuishaven van de Vlaamse Minister van Sport en Cultuur. Bert Anciaux vraagt al enige tijd aan de Brusselse voetbalclubs, FC Brussels, RSC Anderlecht en de anderen, om zich taalkundig te outen. Anders kan hij, naar verluidt, géén subsidies uitdelen.
De meest opvallende prestaties worden in China geleverd door atleten uit het hele land, uit alle Gewesten. De immer treurig kijkende beloftencoach Jean-François De Sart is waarschijnlijk de beste Waalse voetbaltrainer na Michel Preudhomme. Brusselaar Faris Haroun, veel te snel uitgerangeerd door KRC Genk, blikt terug op een uitmuntend toernooi. Het jeugdbeleid van de mijnclub lijkt steeds méér op een flets marketingverhaal. In Alkmaar hebben ze de Malinese Sinjoor Moussa Dembele geduldig klaargestoomd voor de top.
Opmerkelijk hoe de vermaledijde hoofdstad goed vertegenwoordigd is op de Spelen. De familie Borlée en Elodie Ouedraogo. Brusselaars zijn de wezen van het sport. Het dilemma van Anciaux. Is Vincent Kompany een Vlaming of een Waal? Wat zou het.
Elke zichzelf respecterende voetballiefhebber wacht op de naturalisatie van Mémé Tchité. Premier Leterme zit glunderend in de tribune in Shangai, heftig zwaaiend met een papieren driekleur. De blackberry is nergens méér te bespeuren. De voorman van zijn separatistische kartelpartner evenmin. Zou hij één seconde aan de splitsing van BHV gedacht hebben? Of aan de sportschuwe Bart De Wever, pleitbezorger van een onafhankelijk Vlaanderen?
Wanneer Kapellenaar (Antwerpen) Tom De Mul wereldvoetballer Ronaldinho tijdens de kleine finale door de benen speelt, genieten we van Aarlen tot in Ieper. Nationale trots.
De Spelen zijn voorbij. Koning voetbal heerst weer.
De eerste thuiswedstrijd van Anderlecht is meteen een topper. De bekerwinnaar en vice-kampioen tegen het bijna palmaresloze - twee Belgische bekers op 108 jaar bestaan - KAA Gent. Stamnummer 7 is een aandoenlijke club. De zelfverklaarde slapende reus koestert veel ambitie. De titel zou, volgens sommige kenners, niet onhaalbaar zijn.
De talent scout noteert. Hij weigert de naam van zijn werkgever te onthullen. De Brit ziet wel wat in Mbark Boussoufa. “Boussouffa is wel géén Premier League speler” verklaart hij. “Te licht. Méér iets voor de Franse competitie” glimlacht Mister X. Hij mompelt nog iets over Jan Polak. Géén enkele van de vijf Belgen op het veld kan hem bekoren.
Het kan de supporters, toegestroomd vanuit het hele land, in het Constant Vanden Stock stadion niet deren.
Sport is van iedereen.

Uitgkotst (verschenen op 19/08/08 in Het Belang Van Limburg)

Ian Rush, oude glorie van Liverpool FC, verklaarde dat zijn voetbaltijd in Turijn – hij mislukte even bij Juventus – “te vergelijken was met leven in een ander land”. Het cliché van de domme voetballer.
In Italië krijgen de helden van het voetbalspel een doorslaggevende stem. Sommige schoppen het zelfs tot Voorzitter. Dino Zoff bij Lazio Roma in 1995.
De piepjonge Engelsman Jimmy Armfield raakt zijn eerste bal als international in een volgepakt Maracana stadion in 1959 in Rio De Janeiro. Brazilië, met Pélé, wint met 2 - 0. Armfield wordt de beste Engelse rechtsback van de geschiedenis, voetbalt vijfhonderdnegenzestig competitiewedstrijden bij elkaar, haalt drieenveertig caps en wordt wereldkampioen in 1966. Na zoveel heldendaden wordt hij heel even trainer. Hij loodst Leeds United naar een verloren Europacup finale (1975). Jimmmy Armfield staat van in het begin (en nog steeds) op de loonlijst van de Engelse voetbalbond. Hij is een gewardeerd raadgever. Op wijsheid staat géén leeftijd. Jimmy Armfield is 73 en wordt kortelings geridderd door de Queen.
De Duitse aanvaller Karl-Heinz Rummenigge schenkt Bayern München de Europa Cup 1 (toenmalige Champions League), wordt Europees Kampioen met Duitsland in 1980 en vice-wereldkampioen in 1982 en 1986. Rummenigge is de huidige Voorzitter van de Zuid-Duitse wereldclub.
De speler van de eeuw van Juventus Turijn is een Fransman. Michel Platini, voor eeuwig de enige zoon van de “Oude Dame”. De elegante middenvelder verovert twee “scudetti”, twee Europese titels en is drie seizoenen na elkaar Italiaans topschutter. Onder zijn aanvoering wint Frankrijk haar eerste echte prijs, het Europees kampioenschap van 1984. Vandaag is Platini Voorzitter van de UEFA.
Sclessin davert op haar grondvesten. Standard Luik, Belgische voetbalhoop in erg bange dagen, speelt Liverpool FC weg. Met jongens van bij ons. Goudhaantjes Defour, Fellaini en Witsel laten stilzwijgend China links liggen ten voordele van hun club. Het beleid van “De Rouches” is in handen van een sterke voetbalman met een netwerk. Marcel Desailly en Zinedine Zidane behoorden tot zijn klanten. FC Internazionale Milano en FC Porto waren jarenlang zijn werkgevers. Luciano D’Onofrio voetbalde voor FC Winterslag, onder Robert Waseige. Zijn bedenkelijke reputatie nemen we er graag bij, in ruil voor veel succes. Een alléénheerser. Zoals wijlen Constant Vanden Stock, voetballer, selectieheer, zakenman en ultieme voetbalminnaar. Het overlegmodel is hen vreemd, daadkracht niet. Voetballers zijn niet dom. We koesteren ze niet.
Walter Meeuws, de laatste bondscoach met een visie, is schaamteloos uitgekotst. Hugo Broos mag het uitsluitend nog in de kranten uitleggen. Een hele generatie uit de jaren tachtig en negentig wordt aan haar lot overgelaten. Verloren kapitaal aan kennis.
Een visionair als Marc Degryse is co-commentator geworden. Fijn. Parels voor de zwijnen. Franky Vercauteren, het palmares alléén al, mag de bondscoach assisteren. Bijstaan. Vercauteren is een leider. Ex-spelers worden trainer of analyst. Ze kunnen méér.
Geef het voetbal terug aan de voetballers. Omkader ze. Er schuilt misschien een toekomstig Bondsvoorzitter in Marc Degryse.
De “kleine” is misschien al te groot voor ons land.

dinsdag 26 augustus 2008

Brussel!

De “Stad Brussel” heeft het begrepen. De halve finale van België’s voetbalhoop is te zien op het mooiste plein van het land, de Grote Markt. Gratis en voor niets op groot scherm. Het enige echte centrum van de natie is het toneel van de samenhorigheid. Brusselaars, Nieuwe en Oude Belgen, Walen, Vlamingen, pendelaars en toeristen houden zich eendrachtig kranig tijdens de halve finale, de slachtpartij, van de nationale elf. Op de tribune in Shangai zit een glunderende Premier, heftig zwaaiend met een papieren driekleur, vergezeld van vrouw en nageslacht. De voorman van zijn kartelpartner, wiens partijhoofdkwartier op het Barricaden plein wel eens besmeurd wordt door Belgische Unionisten, is al weken nergens te bespeuren. Een wereld zonder uitdagende “one liners”.
Het rollen van de institutionele en communautaire spierballen is tijdens de spelen helemaal weggedeemsterd. Topsport en parlementair verlof doen wonderen.
Waar is Bart De Wever eigenlijk? In de Ardennen? Zuid-Frankrijk? De profileringsdrang staat alleszins op waakvlam. Bart-zonder-vrees, dromend van een onafhankelijk Vlaanderen, houdt zich gedeisd. De Spelen staan dan ook haaks op zijn rethoriek. Timing is alles. De Brusselaars doen hard hun best. Kevin Borlée is de eerste Belg die onder de 45 seconden duikt op de 400 meter. Een Belgisch record. bewonderenswaardig maar het kan niet baten. Faris Haroun had de gelijkmaker tegen Nigeria aan de voet. Tevergeefs. Ach, van mij hadden de Spelen elke dag op groot scherm in Brussel vertoond mogen worden.
Deze week vergenoegen we ons nog even massaal aan de roes van de sportieve spanning. We snakken, met z’n allen, zonder uitzondering, naar die ene medaille. Zelfs het driekleurig sporthart van Jean-Marie De Decker klopt sneller. Eén klein succesje, aub. Reikhalzend wachten we op de eerredder die waarschijnlijk nooit zal komen. Nog enkele dagen en het is onherroepellijk voorbij.
Bij het overlopen (op donderdag) van de rangschikking van de deelnemende landen merk ik dat Australië met zijn 19 miljoen inwoners – een dikke 8 méér dan wij – voortdurend in de Top vijf resideert. Nederland, 16 miljoen inwoners, balanceert rond de tiende plaats.
Zelfs het zwaar geteisterde Afghanistan heeft er eentje. Rohulla Nikpai, brons in Taekwando. Onthoud die naam. Eén medaille voor 32 miljoen inwoners.
Géén wonder. Ons versnipperd staatje maakt per gewest wat kleingeld vrij om onze talenten klaar te stomen voor het grootste sportevenement op de aardbol. De veelvuldige staatshervormingen staan nationale sporttriomf in de weg. Sport is van iedereen. Alléén bij ons niet. België is dan ook het land waar vele Vlaamsgezinden een franstalige naam dragen. Bourgeois en Jambon. Surrealisme is exclusief van ons.
Talrijke TV reporters interviewen enkele toeschouwers op de Grote Markt na de wedstrijd. Of “de nederlaag niet te hard aankomt?”. Een Gentenaar antwoordt met een warrige sportieve analyse, een paar licht aangeschoten franstalige jongeren heffen het volkslied aan. “De Brabançonne” kent een plotse revival. Het Belgisch Hockey team brult het voor elke wedstrijd. Uit één keel. In beide landstalen.
Een man in maatpak verklaart dat “we fier mogen zijn, ze hebben hun best gedaan”. Beter is onze volksaard niet samen te vatten.
“Ons best doen” is allang goed.
Gelukkig zijn daar de hindes. De ranke gazellen, de sprintkoninginnen, waarvan twee Brusselse, Olivia Borlée en Elodie Ouedragraogo. We mogen erg trots zijn op Brussel.