zaterdag 1 november 2008

Jeank Storms (31/08/08) - Brussel Deze Week

Ik ben tien in 1976. een cruciale sportleeftijd. De heldencultus krijgt vaste vorm. De geest is rijp voor de eerste echte idolen. Robbie Rensenbrink, Ludo Coeck, Kevin Keegan en Blondie.
Die woensdagmiddag zit ik aan de eettafel met mijn ouders. Het middagnieuws op de radio kondigt het vertrek van “De Witte Pélé” aan. Paul Van Himst verlaat Anderlecht waar hij sinds zijn negende voetbalt. “Polle Gazon” is drieendertig. Hij gaat naar Molenbeek, RWDM, een handvol straten verwijderd van het Astrid Park. Groot nieuws. Droef nieuws. Zelfs moeder wordt er stil van. Het einde van een tijdperk. De voetballer Van Himst kan ik mij niet herinneren. Te jong. De overlevering zal de leemte opvullen. Flarden zwart wit beelden die uit de kast gehaald worden om zijn verdiensten te lauweren. “De Grootste Belg” , de “Gouden Schoen” en de langspeelfilm “Escape To Victory” aan de zijde van Sylvester Stallone en Bobby Moore. Niets droeviger dan het einde van een loopbaan. Zieligmakende nostalgie doet haar intrede.
Die middag aan de eettafel in de Jules Besmestraat in Koekelberg vergeet ik nooit meer. Van Himst speelt nog een jaartje in Molenbeek en sluit zijn carrière af in 1978 bij Eendracht Aalst.
Enkele jaren geleden beslis ik om weer te voetballen. Midlife. De veteranen van Ritterklub hebben vers bloed nodig. “de veteranen” is de laatste stap voor het voetalpensioen. In de kleedkamer maak ik kennis met mijn nieuwe ploegmaats. Het onthaal is beleefd maar ingehouden. Zo hoort het ook. Een kleedkamer is, als de chemie goed zit, fantastisch. Alle genres en soorten zijn vertegenwoordigd. Eén speler reageert wat koeltjes op mijn begroeting. Jean Storms is al een eind in de vijftig. Hij neemt me op en knikt kort.
Op het veld merk ik dat Jeanke zijn streng nog trekt. Een centrale middenvelder. Een ouderwetse draaikont. De regisseur trekt zich nooit iets aan van de criticasters en de popelende jonge(re) veulens. Een echte “nummer 10”, altijd naar voren kijkend en spelend. Zoals elke rechtgeaarde Brusselaar.
Jeanke heeft vista. Na een paar wedstrijden en trainingen ben ik gewogen en goedgekeurd. Ik ben géén indringer méér.
Op het veld is Jeanke een zaag. Altijd spelen om te winnen.
Zijn staat van dienst en zijn leeftijd laten zoveel branie toe. Er zijn twee soorten voetballers. De bepalende en de anderen, de waterdragers. Jeanke behoort tot de eerste categorie. Zijn techniek en balbehandeling zijn onvergetelijk. Jeanke ligt goed in de groep, wat cynisch en ironisch maar begaafd met de edele kunst van de zelfspot. Ook al een Brusselse deugd.
Jeanke blijft de club eenentwintig jaar trouw. Tot het echt niet meer gaat. Twee jaar geleden stopt hij. Hij is tenslotte 61. Plots zien we hem niet meer. Hij komt ook niet meer kijken. Alsof dat lange voetballeven nooit bestaan heeft.
Hoe zou het nog met Jeanke zijn? Weinigen wisten het.
Tot vorige week. Een email van een van de sterkhouders:

“IN MEMORIAM Jean Storms
Het droevige bericht bereikte onze secretaris Johan dat Ritterveteraan Jean Storms verleden donderdag is overleden na een slepende ziekte. "Jeanke" werd 63 jaar”.

Ik zit, precies dertig jaar na het einde van de carrière van Paul Van Himst, aan mijn eigen keukentafel.
Jeanke is voor altijd gestopt met voetballen.

Geen opmerkingen: